Inzet van vrijwilligers beter geborgd |
Iedereen kan zich nog het containerincident met MSC ZOE herinneren, waarbij in een storm meer dan 300 containers overboord sloegen en aanspoelden op de Nederlandse Waddeneilanden en de vaste wal van Groningen en Fryslân. Er ontstond een toeloop van honderden vrijwilligers uit alle delen van het land die een bijdrage leverden aan de opruimactie van stranden, dijken en kwelders.
Dit fantastisch staaltje van burgerhulp had echter ook een keerzijde. Veel mensen kwamen onvoorbereid naar de kust, terwijl de temperaturen in die begindagen van januari niet uitnodigden voor een strandwandeling. Ook zochten mensen naar afval op plaatsen die niet of nauwelijks te betreden waren, zoals kwelders. Kortom, de hulpactie werd een bron van zorg voor crisisfunctionarissen en bestuurders.
Handelingsperspectieven opstellen
Een evaluatie van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) naar de ramp en de bestrijding daarvan constateerde dat veel onduidelijk was over de verantwoordelijkheid voor het handelen van en risico’s voor de burgervrijwilligers. Het advies aan Veiligheidsregio Fryslân was dan ook om een beleidslijn te ontwikkelen en handelingsperspectieven op te stellen voor toekomstige inzet van vrijwilligers.
Het Bestuurlijk Waddenzee Overleg (BWO) van de CRW heeft de aanbevelingen van het IFV ter harte genomen en Rijkswaterstaat en Veiligheidsregio Fryslân verzocht voor een drietal ecologische Waddenzee-scenario’s handelingsperspectieven voor de crisisorganisatie uit te werken. Inmiddels is de handreiking voor de inzet van vrijwilligers bij kustverontreinigingen klaar en door het BWO vastgesteld. De handreiking is niet alleen geschikt voor ecologische incidenten, maar kan ook worden toegepast voor diverse overige incidenttypen. Rijkswaterstaat werkt apart aan de uitwerking van een tweetal olie-gerelateerde scenario’s (verontreiniging met olie en met olie besmeurde vogels).
Drie stappen
De werkwijze van de handreiking volgt een drietallen stappen volgens de voor crisisfunctionarissen bekende BOB-structuur:
1. Maak contact en zoek verbinding (beeldvorming)
Leg in een vroeg stadium contact met initiatiefnemers en onderzoek welke initiatieven burgers willen ontplooien. Zorg voor een goede communicatie en duidelijke afstemming van taken, rollen en posities en processen. De eerste contacten verlopen veelal via de gemeentelijke kolom (Bevolkingszorg).
2. Verbind & beweeg mee (oordeelsvorming)
Sluit aan en beweeg mee om te beoordelen of de initiatieven waarde hebben voor de crisisorganisatie. Zorg voor goede informatiestromen over en weer.
3. Neem passende rol aan (besluitvorming)
Om een crisis effectief te bestrijden, is het van belang dat de crisisorganisatie een beeld heeft van het te behalen doel en hoe dat te bereiken (oogmerk). Stel daarom aan het begin van elke crisis de vraag wat spontane burgerinitiatieven kunnen betekenen. Bepaal de rol van de crisisorganisatie: leidend, faciliterend of regisserend. Het is van belang de verschillende rollen en verantwoordelijkheden te benoemen en daarover te communiceren.
Implementatie
In het komende jaar gaan we aan de slag met de implementatie van de nieuwe handreiking en helpen we Rijkswaterstaat met de uitwerking van de olie-gerelateerde scenario’s. Wees dus niet verrast als in een training of oefening plots vrijwilligers een handje komen helpen. |
|
|