Jeroen Lemmen:
“De CRW E-learning biedt perfecte training” |
Iemand met veel ervaring in incidentbestrijding op de Waddenzee. Dat kun je wel zeggen van luitenant ter zee der 2e klasse oudste categorie (LTZ2OC) Jeroen Lemmen. Naast ervaren marineman is hij sinds 2007 vrijwilliger bij de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij (KNRM) in Den Helder. Als schipper of bemanningslid voer hij al honderden keren uit om mensen in nood te helpen op Noordzee of Waddenzee. Bovendien kent Jeroen de Kustwacht goed, werkte hij vanaf 2013 als nautisch verkeersleider en is hij tegenwoordig hoofd Verkeersdienst bij de Verkeerscentrale Den Helder.
De Verkeerscentrale Den Helder heeft tot taak het drukke scheepvaartverkeer rond de kop van Noord-Holland in goede banen te leiden. Jeroen: “Deze zogeheten Vessel Traffic Service [VTS] verzorgen we voor zowel de marineschepen als de burgerscheepvaart in ons gebied. De VTS-taak voeren we uit namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarmee zijn we rechtstreekse collega’s van de Rijkswaterstaat-medewerkers op de Centrale Meldpost Waddenzee [CMW] die in de Brandaris op Terschelling zitten. Als verkeerscentrale zijn we bij gemiddeld zestig incidenten per jaar betrokken. Dat kan van alles zijn, van SAR [Search and Rescue]-inzetten tot oppervlakteverontreiniging. We werken daarvoor met veel andere partijen samen. Met de meeste daarvan zijn de lijntjes over het algemeen heel kort.”
Goede handvatten
Vanuit een vorige functie als Watch Officer bij het Kustwachtcentrum en zijn huidige bij de Verkeerscentrale én de KNRM – waar hij ook als On-Scene Coördinator (OSC), Coördinator Incident Schip (CIS) en SAR-liaison optreedt – is Jeroen Lemmen al vele jaren bekend met het Incidentbestrijdingsplan Waddenzee (IBP-W). Hij is ook actief betrokken bij de CRW. “Er is veel veranderd sinds de Dakotaramp in 1996, waarbij de coördinatie tussen de betrokken hulpdiensten beter had gekund. Sindsdien zijn de lijnen veel helderder. De CRW heeft daar een nadrukkelijke rol in gespeeld en doet dat nog steeds. Het IBP-W biedt goede handvatten voor incidentbestrijding in het Waddenzeegebied: de processen en procedures zijn daarin duidelijk vastgelegd. Ook ieders taken en verantwoordelijkheden staan erin beschreven. Dat scheelt een hoop discussie en onduidelijkheid op het moment dat er een incident is.”
Bewustzijn bij meldkamers
Jeroen neemt onder meer deel aan de reguliere CRW-overleggen voor meldkamermedewerkers en havenmeesters. “De CRW doet goed zijn best om ook de havenmeesters bij de incidentbestrijding in het Waddenzeegebied te betrekken. Voor mijn gevoel leeft er bij de havenmeesters nu ook voldoende bewustzijn over hun eigen rol daarin.” Waar Jeroen nog wel ruimte voor verbetering ziet, is het bewustzijn bij de medewerkers van de ‘land’-meldkamers over welke partijen ze moeten inschakelen bij een melding van een incident op de Waddenzee. “Ik zie daar duidelijk verschil met hoe het IBP-W wordt omarmd door de zogeheten waterpartijen. Onze ervaring is dat havendiensten en nautische verkeerscentrales in de realiteit van een incident bij de alarmering nog te vaak worden overgeslagen.”
Op het netvlies
Jeroen noemt een paar voorbeelden: “Langs de scheepvaartroute in de haven van Den Helder had een afgemeerd riviercruiseschip een tijdje terug brand aan boord. Daar kwamen wij pas een dag later achter via een bericht in de krant. Als we meteen waren ingelicht door de brandweer of de meldkamer, hadden we daar natuurlijk nooit schepen vlak langs gestuurd. Achteraf is het een klein brandje gebleven. Maar hadden we het geweten, dan hadden we dat deel van de route afgesloten totdat het sein brand meester was gegeven. Als dat anders was gelopen en wij hadden er een tanker langs gestuurd, dan heb je wel een heel slecht verhaal naar de buitenwereld…”
Dat de havenbedrijven bij de meldkamer in Haarlem nog onvoldoende op het netvlies staan, bleek ook bij een ander recent incident. “Daarbij moesten meerdere slachtoffers in de haven Oude Zeug bij Den Oever aan land worden gebracht, maar de havenmeester was niet gealarmeerd. Dat heeft gelukkig geen consequenties gehad voor de reddingsoperatie, maar het had ook anders kunnen lopen. Bijvoorbeeld dat een ambulance niet op de goede plek kan komen door een gesloten hek.”
Opstappers
“We proberen elke jaar in november een grote multidisciplinaire SAR-oefening te houden”, vertelt Jeroen. “Die wordt door KNRM Den Helder georganiseerd. Die oefening houden we met de omliggende KNRM-stations, SAR-helikopter, brandweer, ambulancedienst, Verkeerscentrale en Kustwacht. Dan beoefenen we ook meteen de opstapregeling voor brandweer- en ambulancepersoneel en het werken met de aanlandingsplaatsen. In de praktijk heeft de KNRM het ambulancepersoneel het meest als opstappers aan boord. Dat komt omdat we ook het patiëntenvervoer vanaf Texel overnemen als de veerboot niet vaart om technische redenen of als er te hoog of te laag water is.”
Grote slag geslagen
De CRW biedt E-learning-modules aan voor CoPI [Commando Plaats Incident]-leden en voor meldkamermedewerkers. Ook bij de ontwikkeling van deze E-learning-omgeving was Jeroen Lemmen betrokken. “Het is een goede manier om alle betrokken partijen zo duidelijk mogelijk te maken wat het IBP-W is en wat je er bij incidenten in de praktijk aan hebt. Met zoveel mogelijk concrete, realistische voorbeelden inclusief videomateriaal en toelichting. We hebben de E-learning als verkeersleiders doorlopen, maar ik gebruik hem ook voor trainingen bij de KNRM en de marine. Bijvoorbeeld voor degenen die als SAR-liaison of Blueleader [OvD Marine] in het CoPI optreden, biedt de E-learning perfecte training. Zo krijg je snel inzicht in wie welke verantwoordelijkheid heeft. Ik denk dat we met de E-learning een grote slag hebben geslagen. De rol van de havendiensten wordt daarin bovendien ook goed onder de aandacht gebracht. Dus hopelijk leidt dat ook tot verbetering in het mee-alarmeren van de havenmeesters.”
|
|
|